dinsdag 18 oktober 2011

Contrasten

In de loop der dagen en weken en maanden leven mensen hun leven die ze naar hun maatstaven hebben gezet. Met hun linkerbeen uit bed, de wekker 10 minuten eerder, de lekkere kaas van de AH op de lunchpakket-boterham en natuurlijk de koffie om 11.10 uur. Als laatste op deze mooie planeet zal ik de behoefte van routine in de wind slaan. Ik zal nooit de sleur veronachtzamen.

Ik zal immer regelmaat koesteren al was het iedere dag een nieuwe uitvinding. Echter, dit gestructureerde leven, het geritualiseerde gangetje was nog nooit zo mooi na een volledige werkmaand in de toeristische sector!

Om iets te laten contrasteren moet het altijd tweedelig zijn. Zonder huis is er geen thuiskomen, zonder licht is er geen donker, zonder voor is er geen achter, zonder links is er geen rechts, zonder positief is er geen negatief en zonder niets bestaat er zelfs geen iets. Het is een redelijk briljant, maar vaak wat ondergeschoven feit.

Ongelukkige momenten ontstaan vaak door dit soort tegenstrijdigheden. Wanneer voel je je precies ongelukkig? Als je iets wil, wat niet lukt. Als je ziek bent, in plaats van gezond. Als je moeilijke keuzes moet maken. Als je geliefden ongelukkig zijn, terwijl je dat niet wilt (En nog erger, als jij daar de oorzaak van bent, door een maand lang weg te blijven om te werken bijvoorbeeld...).

Hoe dan ook, ongeluk staat in zijn algemeen voor tegenstrijdigheid. Het staat voor grote contrasten die het aangezicht er niet mooier op maken. Iemand legde mij uit dat teveel licht ook resulteert in donkere schaduwen. De negatieve kant van de contrasten kennen we allemaal en wordt vaak benadrukt door de pijn, de angst, de onzekerheid van het 'ongeluk'.

Echter, er is ook een positieve kant van het contrast der ongeluk. Namelijk, zonder de liefde, zonder iets te willen, zonder de keuzes, zonder de gezondheid om je ongeluk mee te confronteren en te vergelijken zou je in den beginne niet eens ongelukkig zijn! Zonder licht, geen schaduw, zeg maar.

Ik ken inmiddels heel wat mensen die dat licht proberen te zien. Of leren te relativeren, te accepteren dat er gewoonweg zonder licht, geen schaduw is en dat schaduw er ook best wezen mag en zelfs tot op zeker hoogte essentieel is in het proces dat leven heet.

Tijdens mijn trip in Bourgondiƫ met de groep van welgestelde Noord-Amerikanen bevond ik mij in zo'n schaduw. Tot een paar maal toe. Ik kan mij nog een moment herinneren dat ik letterlijk dacht 'Zo moet de hel eruit zien'. Ik bevond mij al wandelend in Bourgondiƫ, tussen het herfstkleuren-spel van de wijngaarden en met de frisse geur van pas-geoogste druiven. Een felle middagzon bescheen de pittoreske Franse straatjes. De lunch was heerlijk, de wijn was smakelijk. We liepen terug naar Beaune en in deze anderhalf uur heb ik mijn wandelgezelschap verafschuwd voor hun gebrek aan inlevingsvermogen in het moment. Drie vrouwen die onafgebroken babbelden over de dagelijkse gang van zaken, de laatste mode, de leukste cocktailparty's en bruiloften, buurtroddels en laatste nieuwtjes.

Een overdonderend contrast: de schoonheid van Bourgondiƫ, de mooie uitzichten en momenten waar ik zo van zou kunnen genieten tegenover de ogenschijnlijke desinteresse van mijn gezelschap. Het was een hel gelijk!

Ik vind het moeilijk te begrijpen waarom ik die middag mijn focus niet op het mooie moment kon leggen. Ik weet dan ook niet waarom we vaker de schaduwkanten zien in plaats van ons te richten op de lichtbron. En waarom er juist in de lente en zomer meer mensen depressief worden, omdat dan het contrast wordt versterkt.

Zo moeilijk kan het toch niet zijn?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten